Genesis 30
Genesis 30 Kingcomments Bijbelstudies

De zonen van Bilha

Als Rachel ziet dat zij kinderloos blijft, wordt ze jaloers op Lea. Zij stelt Jakob een onmogelijk ultimatum. Zoiets gebeurt alleen als de Heer geen plaats in de moeilijkheden krijgt. Dan gaan mensen, echtgenoten, onredelijke dingen van elkaar vragen, ze verwachten dingen die buiten het vermogen van de ander liggen. De oorzaak is jaloersheid. Daardoor is al veel kwaad gesticht in de wereldgeschiedenis, in de maatschappij, in de gezinnen en in gemeenten (Jk 3:16). Uit jaloersheid heeft Kaïn Abel gedood, hebben de broers Jozef verkocht, heeft Saul David achtervolgd en hebben de overpriesters de Heer Jezus overgeleverd.

In plaats van het voorbeeld van zijn vader te volgen (Gn 25:21) en met Rachel naar de HEERE te gaan – hij was zelf een kind van het gebed –, barst Jakob tegen haar los. Hij neemt niet de plaats van God in (vgl. 2Kn 5:7)! Wat hij zegt, is waar, maar waarom hij dit zegt en de manier waarop, maken duidelijk dat hij deze waarheid alleen maar gebruikt om Rachel het zwijgen op te leggen. Hij neemt geen tijd om met haar te bidden, en neemt ook geen tijd om met haar te praten.

Jakob lijkt geen sterke persoonlijkheid te zijn. Rachel buit dat uit. Jakob gaat zonder tegenwerping op haar voorstel in dat hij maar tot haar slavin moet ingaan. Ook dit is een herhaling van een niet zo fraaie geschiedenis (Gn 16:1-4). Het voorstel van Rachel heeft succes. Ze geeft het kind de naam “Dan”, dat betekent ‘rechter’. Ze geeft daarmee aan dat God haar recht heeft verschaft.

Het is de manier van mensen die een eigen weg gaan en de zegen die ze daarop aantreffen, zien als een rechtvaardiging die God geeft voor de eigenzinnige weg die ze gaan. Misschien is het ook wel eens onze manier geweest om iets verkeerds goed te praten.

Bilha krijgt een tweede zoon. Rachel noemt hem “Naftali”. Daarmee verwoordt ze de worstelingen – Naftali betekent ‘mijn worsteling’ – die ze innerlijk heeft met de zegen die haar zuster heeft gehad. Ze vindt ook dat ze daar als overwinnaar uit tevoorschijn is gekomen. Ze heeft gestreefd naar haar recht en meent dat ze dit nu heeft gekregen. Zij wil boven Lea staan en roemt erin dat haar dat nu is gelukt. Later blijkt dat het de holle vreugde van het moment is. In werkelijkheid heeft ze dan ook verloren. In de naam die ze het kind zelf geeft, zal ze er voortdurend aan worden herinnerd.

Het is een belangrijke les dat wij onze kinderen geen ‘Naftali’ noemen, dat onze kinderen niet worden opgescheept met de worstelingen die wij kunnen hebben met onze man of vrouw, of met onze broeders en zusters.

Bij al het verkeerde zien we bij Lea en Rachel wel het verlangen naar kinderen (Ps 127:3). Dat ligt vandaag bij de moderne vrouw wel eens anders.

De zonen van Zilpa

De verhouding tussen Rachel en Lea wordt gekenmerkt door rivaliteit. Dat is het resultaat als men ingaat tegen Gods huwelijksinstelling van één man met één vrouw. Dat gevaar van rivaliteit is altijd groot als we gaan vergelijken en menen dat de ander meer heeft dan wij. Dat kan in materieel opzicht zijn, het kan ook zo zijn in geestelijk opzicht.

Lea heeft het allemaal aangezien en neemt haar toevlucht tot dezelfde lage praktijk als Rachel. Het lijkt erop dat ze succes heeft. Ze ervaart in elk geval dat het tij is gekeerd en dat het geluk in haar leven is gekomen. Dat geeft ze aan in de namen die ze de beide kinderen geeft die haar slavin Zilpa baart: “Gad” betekent ‘geluk’ en “Aser” betekent ‘gelukkige’.

Lea ‘huurt’ Jakob

Jakob, die toch wel een slap karakter schijnt te hebben, laat zich gewoon gebruiken als inzet van de ruzie tussen zijn beide vrouwen. Nergens lezen we van een krachtig optreden om hen tot de orde te roepen, hij zegt geen woord. Hij verwaarloost zijn positie als hoofd van het gezin. Hij gaat in deze hele onverkwikkelijke geschiedenis de problemen uit de weg. Wie Gods instelling niet serieus neemt, heeft ook geen oog voor andere verantwoordelijkheden.

De vrouwen en kinderen gaan niet naar Jakob met hun moeilijkheden. Ze doen alles zelf. Rachel past een nieuwe truc toe. Ze meent in haar bijgeloof dat de liefdesappels het door haar begeerde doel, kinderen krijgen, helpen bereiken. Daarmee komt Ruben, de zoon van Lea aanzetten. Mogelijk dat men heeft gemeend dat daardoor bepaalde erotische gevoelens worden opgewekt.

Wie heeft Ruben daarover voorgelicht, wat is hij ermee van plan? Geven wij onze kinderen voorlichting? Of worden ze voorgelicht door klasgenoten en de media? Laten we een open oor hebben voor waar onze kinderen mee thuis komen, met welke praat, en naar aanleiding daarvan hen voorlichten. Uit Genesis 35 is de voorzichtige conclusie te trekken dat Ruben met zijn seksuele gevoelens niet heeft weten om te gaan zoals God het wil (Gn 35:22). In het huis van zijn vader heeft hij daar ook niet de goede voorbeelden in gehad.

Rachel ‘koopt’ de liefdesappels van Lea met als ‘betaling’ dat Lea nog eens van Jakob ‘gebruik’ mag maken. Ze meent in bijgeloof dat deze liefdesappels haar van haar onvruchtbaarheid zullen verlossen. Lea handelt evengoed uit bijgeloof. Beide vrouwen zijn bezig met kunstgrepen om zegen te verwerven.

Als uit de door Lea ‘gehuurde’ gemeenschap met Jakob een zoon wordt geboren, redeneert ze krom dat God haar heeft beloond, want “Issaschar” betekent ‘loon’. Tegelijk staat God boven dit vleselijke handelen en volgt Zijn eigen weg van genade. God verhoort toch, niet vanwege haar handelwijze maar ondanks haar handelwijze. Als Lea nog een zoon krijgt, noemt ze die “Zebulon”, dat betekent ‘woning’, in de verwachting dat Jakob zich nu eindelijk gewonnen zal geven en bij haar zal komen wonen.

Na zes zonen krijgt Lea als zevende kind een dochter. Ze noemt haar “Dina”, wat ‘recht’ betekent. Over Dina horen we niet veel. Ze komt alleen nog voor in Genesis 34, waarin zij een hoofdrol speelt (Gn 34:1-31). In de zegen van Jakob komt zij niet voor.

Rachel krijgt Jozef

Ook Rachel krijgt uiteindelijk het door haar zo lang verwachte en begeerde kind. Dat is niet het resultaat van de door haar ‘gekochte’ liefdesappels, maar van een werk van God. Dat beseft Rachel ook en ze geeft daarvoor God dan ook de eer. Ze zegt: Hij heeft mijn schande weggenomen, God heeft dat gedaan.

De zoon die geboren wordt, noemt zij “Jozef”, dat betekent ‘Hij zal toevoegen’. Hij is ook een kind van gebed, want God “verhoorde” Rachel. Deze zoon neemt een speciale plaats in. In veel opzichten is hij een prachtig beeld van de Heer Jezus. Dat zullen we later zien.

Jakob verwerft zijn kudde

Als Jozef geboren is, wil Jakob terug naar zijn land. Geestelijk is het ook zo in het leven van de gelovige: als de Heer Jezus – van Wie Jozef een prachtig beeld is – in hem gaat leven, wenst hij de zegeningen van het hemelse land te genieten. Jakob ervaart het kind dat Rachel krijgt als een bijzondere zegen.

Laban erkent dat God hem heeft welgedaan ter wille van Jakob. In profetisch opzicht is dat ook zo: wie Israël, Gods volk, goed behandelt, zal daarvan van Godswege de zegen ondervinden.

Als Jakob te kennen heeft gegeven dat hij wil vertrekken, vraagt Laban aan Jakob wat hij als loon wil hebben. Hij doet dit om Jakob nog wat langer aan zich te binden. Iemand die zo’n zegen voor je is, laat je niet zomaar gaan. Jakob wil nog wel een tijd blijven werken. Als loon daarvoor vraagt hij vee. Hij bepaalt welk soort vee van hem zal zijn. Daarmee stemt Laban in.

Laban is echter listig en treft maatregelen om het door Jakob gevraagde vee voor zichzelf veilig te stellen. Hij neemt alle gestreepte en gevlekte bokken en alle gespikkelde en gevlekte geiten en alle zwarte schapen, die Jakob als zijn loon heeft bedongen, en stelt die onder de hoede van zijn zonen.

Ook bouwt hij tussen zich en Jakob een veiligheidszone van drie dagreizen in. Daardoor voorkomt hij dat er een kruising kan zijn tussen het door hem afgezonderde vee en dat wat onder de hoede van Jakob is. Zo zal er geen kans zijn dat er in de kudde van Jakob een gestreepte en gevlekte bok of geit of een zwart schaap geboren wordt, dat hij dan kwijt zou zijn.

De truc van Jakob

Als de onderhandelingen zijn afgerond, komt de oude Jakob weer naar boven. Hij gaat met list te werk om toch zoveel mogelijk van het vee van Laban in zijn bezit te krijgen. Jakob is in een bepaalde zin wel eerlijk, want hij steelt niet. In een andere zin is hij niet oprecht. Hij meent dat geschilde takken een middel zijn om zijn kudde uit te breiden.

God laat hem echter in een droom zien op welke manier hij werkelijk aan zijn kudde is gekomen (Gn 31:10-12). Niet de takken, maar de bokken werden door God gebruikt. Het bijgeloof van Jakob heeft zijn kudde geen enkel stuk kleinvee doen groeien. God is met Jakob, maar Jakob is nog niet met God. God is op weg met Jakob om hem naar dat doel te brengen.

© 2023 Auteur G. de Koning

Niets uit de uitgaven mag - anders dan voor eigen gebruik - worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden d.m.v. druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van 'Stichting Titus' / 'Stichting Uitgeverij Daniël', Zwolle, Nederland, of de auteur.





Bible Hub


Genesis 29
Top of Page
Top of Page