2 Samuel 4
2 Samuel 4 Kingcomments Bijbelstudies

Twee dienaren van Saul

Zonder Abner heeft Isboseth niets meer aan kracht over. Als Abner is vermoord, is de leider weg op wie Isboseth en het volk vertrouwden. Als er een steunpunt wegvalt, ontstaat er angst. Nu Isboseth krachteloos en het volk in verwarring is, zien twee mannen dat als de ideale gelegenheid om Isboseth te vermoorden. Door hen krijgt David voor de derde keer te maken met de verleiding om het koninkrijk niet uit de hand van de HEERE, maar uit de hand van mensen aan te nemen.

Mefiboseth

Voordat de laffe moord door de beide mannen wordt beschreven, onderbreekt de Heilige Geest de geschiedenis om even de aandacht te richten op Mefiboseth, de zoon van Jonathan. In dit ene vers wordt veel over hem verteld. We lezen over zijn handicap, hoe oud hij was toen zijn vader stierf, dat hij door een voedster werd verzorgd en de oorzaak van zijn handicap. Zijn voedster was gevlucht, mogelijk uit vrees voor David. Het resultaat was dat de jongen die aan haar zorg was toevertrouwd, niet meer kan lopen.

Voor de zielzorg zijn hier meerdere toepassingen aan te ontlenen. Je kunt voor je opvoeding toevertrouwd zijn (geweest) aan iemand voor wie opvoeden een beroep is. Een liefdeband zoals die er met een moeder is, is er met zo iemand niet. Wat mis je dan al veel. Je zult vervolgens op vijfjarige leeftijd maar je vader verliezen. En als je direct daarop, omdat je opvoeder een domme zet doet, ook nog eens je gezondheid verliest, lijkt het drama compleet.

Aan geen van deze dingen kun je iets doen. Ze overkomen je. Je kunt er niets aan doen dat je opvoeding wordt uitbesteed. Ook het verlies van je vader is een zaak die buiten jou omgaat. Hetzelfde geldt voor het verlies van je gezondheid. Daarbij komt nog dat je bij een familie hoort die vanwege ontrouw aan God aan de kant is gezet. Je zit aan alle kanten vast. Dan heb je toch geen toekomst meer? Het enige wat er voor je overblijft, is genade. Dat is wat Mefiboseth later van David krijgt en dat is wat ieder die in dergelijke omstandigheden verkeert, kan krijgen van de Heer Jezus.

Mefiboseth is nooit een gevaar voor David geweest met betrekking tot zijn koningschap. Hij noch zijn voedster had iets te vrezen. De vlucht van de voedster is het gevolg van het niet kennen van het hart van David. Anders was ze niet gevlucht en had ze gerekend op zijn genade en barmhartigheid. Zo staan vandaag velen tegenover de Heer Jezus. Velen houden Hem voor een hard en streng Mens. Dat zal Hij zeker zijn voor hen die Zijn vijanden blijven, als zij voor de grote, witte troon staan. Wie echter een beroep op Zijn genade doet, zal ervaren dat Hij genadig is. Mefiboseth zal ervaren dat David zich over hem ontfermt.

Isboseth wordt vermoord

Terwijl Isboseth rust, komen Rechab en zijn broer Baëna onder een voorwendsel het paleis binnen. Ze doen alsof ze tarwe komen halen (2Sm 4:6) en een beroep op de barmhartigheid van Isboseth willen doen. Daarmee krijgen ze toegang tot hem. Ze hakken zijn hoofd af en nemen dat mee naar David. Ze offeren er hun nachtrust voor op om David de in hun ogen goede tijding te brengen dat zijn concurrent dood is. Zij doen het voorkomen of ze de uitvoerders van de wil van de HEERE zijn om hem op deze wijze aan het koningschap te helpen (2Sm 4:8b).

Door het gebruik van het woord “zo” geven ze te kennen dat zij, doordat zij Isboseth hebben gedood, de wil van de HEERE hebben uitgevoerd. Ze beroemen zich erop dat zij de wraak van de HEERE op Saul en zijn nageslacht hebben uitgeoefend. Na de Amalekiet en Abner komen nu deze twee moordenaars David het rijk aanbieden.

Antwoord van David

Vluchten voor David, je niet aan zijn gezag onderwerpen, heeft verlamming tot gevolg. Naar David gaan met leugenachtige motieven heeft de dood tot gevolg. Dit laatste ervaren de moordenaars van Isboseth. Ze vergissen zich schromelijk in David omdat ze hem niet kennen. David trapt niet in deze nieuwe val. Hij heeft de les van het vorige hoofdstuk geleerd, waar hij op het punt heeft gestaan een verbond met Abner te sluiten (2Sm 3:12-13). Hij verwijst ook naar een eerdere gebeurtenis dat iemand meende hem een goede boodschap te brengen (2Sm 4:10; 2Sm 1:1-16).

Nu zegt hij dat de HEERE hem uit alle nood verlost heeft (2Sm 4:9). Hij brengt de zaak in zijn ware verhouding. Alleen de HEERE heeft hem geholpen tegenover Saul en niet deze twee moordenaars. Hij spreekt er zijn vertrouwen mee uit dat de HEERE het ook verder voor hem zal regelen. Hij hoeft niets in eigen hand te nemen of van anderen aan te nemen.

We mogen uit Davids houding tegenover de moordenaars van Isboseth leren dat we alles aan de Heer kunnen overlaten. We hoeven niets in eigen hand te nemen of afhankelijk te zijn van anderen als het gaat om wat de Heer van ons vraagt en met ons wil doen. In het verleden heeft Hij al zo vaak geholpen. Hij zal het voor ons voltooien (Ps 138:8; Ps 57:3; vgl. Ru 3:18).

David noemt Isboseth rechtvaardig in vergelijking met deze beide moordenaars. Isboseth is nooit een moordenaar geweest. De Amalekiet is gedood, Abner is gedood, en ook deze beide mannen worden gedood. De handen waarmee zij de moord hebben begaan en de voeten waarmee zij een gewelddadige en verdorven weg zijn gegaan, worden afgehakt.

© 2023 Auteur G. de Koning

Niets uit de uitgaven mag - anders dan voor eigen gebruik - worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden d.m.v. druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van 'Stichting Titus' / 'Stichting Uitgeverij Daniël', Zwolle, Nederland, of de auteur.





Bible Hub


2 Samuel 3
Top of Page
Top of Page